Koppelingsonderzoek
Koppelingsonderzoek - in het Engels linkage analysis genoemd - is een groot familieonderzoek, waarbij door middel van stamboomonderzoek en DNA-analyses van personen in die stamboom de overerving van een erfelijke ziekte in kaart wordt gebracht. Het gen of de genen, waarvan men verdenkt verantwoordelijk te zijn voor een erfelijke ziekte worden gevolgd door de familie heen. Dit gen wordt volgens Mendiliaanse overerving doorgegeven over de generaties heen.
Over het algemeen werkt het koppelingsonderzoek als volgt. Als er een vermoeden is dat een bepaalde ziekte in een familie erfelijk - in dit geval/voorbeeld het syndroom van Asperger - maakt men eerst een stamboom van de familie en familieleden, die lijden aan het syndroom van Asperger. In deze stamboom is een zogenaamde lijn te vinden van familieleden die lijden aan het syndroom van Asperger.
Vervolgens gaat men bepalen welke genen in deze familielijn verantwoordelijk zouden kunnen zijn voor het syndroom van Asperger. Wanneer dat gedaan is, gaat men bepalen welke marker(s) op het DNA in de buurt ligt/liggen elk kandidaat-Asperger-gen. Deze marker moet dicht in de buurt van dat gen liggen om zo te voorkomen dat die marker en dat gen uit elkaar worden gehaald door middel van recombinatie. Hoe dichter die marker bij het gen ligt, des te meer zekerheid kan er worden verschaft over de vraag of dat kandidaatgen inderdaad verantwoordelijk is voor het syndroom van Asperger in die familielijn.
Vervolgens gaat men bepalen welke genen in deze familielijn verantwoordelijk zouden kunnen zijn voor het syndroom van Asperger. Wanneer dat gedaan is, gaat men bepalen welke marker(s) op het DNA in de buurt ligt/liggen elk kandidaat-Asperger-gen. Deze marker moet dicht in de buurt van dat gen liggen om zo te voorkomen dat die marker en dat gen uit elkaar worden gehaald door middel van recombinatie. Hoe dichter die marker bij het gen ligt, des te meer zekerheid kan er worden verschaft over de vraag of dat kandidaatgen inderdaad verantwoordelijk is voor het syndroom van Asperger in die familielijn.
In het verleden zijn er al tal van dergelijke koppelingsonderzoeken geweest, waarbij men kon aantonen dat het syndroom van Asperger gematcht kon worden met 1 of meerdere genen. Een voorbeeld van een dergelijk koppelingsonderzoek is te lezen onderstaand wetenschappelijk artikel.
Download wetenschappelijk artikel van
|
|
In dit wetenschappelijke artikel wordt uitgelegd dat men een koppelingsonderzoek heeft verricht in een familie, waarvan bekend was dat daar het syndroom van Asperger aanwezig was. Uit dat koppelingsonderzoek is toen gebleken dat het gen CCK (cholecystokinin) verantwoordelijk is voor het syndroom van Asperger in die familie. Het bleek dat dit gen zich bevindt op de korte arm van chromosoomnummer 3 en dat het syndroom van Asperger in het CCK wordt veroorzaakt door de chromosoommutatie deletie. Het blijkt dat door die deletie dergelijke Asperger-patienten meer zink tot zich moeten nemen om niet aan het syndroom van Asperger te lijden. Daarmee was ook direct de pathogenetische oorzaak gevonden. M.a.w.: Men kon direct verklaren hoe het kwam dat het syndroom van Asperger ontstond in deze familie de moleculaire biologie erachter met zink te ontrafelen c.q. te reconstrueren.